
In heel Nederland staan komende week mensen stil bij de Nakba. De herdenking van Palestijns verlies en ontheemding krijgt dit jaar extra lading door de actuele situatie in Gaza. De timing roept vragen op, zeker na de recente discussies rond 4 en 5 mei.
Nakba
In meerdere steden in Nederland wordt deze week stilgestaan bij de Nakba, Arabisch voor ‘ramp’ of ‘catastrofe’. De term verwijst naar de gebeurtenissen van 1948, toen ongeveer 700.000 Palestijnen hun huizen verlieten of moesten vluchten tijdens de oprichting van de staat Israël en de daaropvolgende oorlog. Honderden Palestijnse dorpen werden destijds verwoest.
Voor veel Palestijnen en hun nakomelingen is de Nakba geen afgesloten hoofdstuk, maar een nog steeds voelbare realiteit. De herdenking heeft dit jaar extra lading gekregen door het aanhoudende geweld in Gaza, dat wereldwijd voor grote zorgen en verdeeldheid zorgt.
In Nederland wordt de herdenking onder meer georganiseerd door maatschappelijke organisaties die aandacht willen vragen voor zowel het historische onrecht als de huidige situatie in de Palestijnse gebieden. Daarbij is er ook een politieke oproep: verander het beleid richting Israël, zowel nationaal als op Europees niveau.
Herdenken én politiek signaal
De herdenkingen deze week zijn niet alleen bedoeld om stil te staan bij het verleden, maar ook bij het huidige lijden van Palestijnen, met name in Gaza. Organisaties gebruiken de gelegenheid om Europese en nationale overheden op te roepen hun beleid ten aanzien van Israël te herzien.
Waar ging de commotie dan over?
Opvallend is dat deze herdenking plaatsvindt kort na de Nationale Dodenherdenking van 4 mei, een dag die dit jaar in het teken stond van felle discussie. In de aanloop naar 4 en 5 mei werd door verschillende mensen, waaronder linkse opiniemakers en activisten, juist de situatie in Gaza werd aangehaald als onderwerp dat óók aandacht verdiende tijdens herdenkingen.
Dat leidde tot felle reacties. Sommigen vonden dat politieke kwesties zoals Gaza niet thuishoren op 4 mei. En nu, slechts een week later, is er volop exclusieve ruimte voor precies dat onderwerp, onder de vlag van de Nakba-herdenking.
Dat roept de vraag op: waar was al die commotie dan eigenlijk voor nodig? Als het Palestijnse perspectief nu zo nadrukkelijk herdacht en besproken word, waarom was het dan zo hard nodig om daar begin mei, op de herdenking van de 2e wereldoorlog ook ruimte voor te vragen?