Uit eerste hand

Jan Roast: Dries Roelvink

Jan-Roos

Van sommige BN’ers vraag je je af waarom ze BN’er zijn geworden. Natuurlijk omdat ze dat zelf heel graag willen, maar ik bedoel meer wat ze ervoor hebben gedaan. Bij Dries Roelvink heb ik dat gevoel standaard. Want wat kan deze man nou echt? Hij noemt zich zanger, maar zingen kan ie niet. En een eigen nummer schrijven ook niet. Naast Dennis is er niemand in Nederland die twee hits van hem kan opnoemen.

Eigenlijk hoor je hem nergens meer zingen en dat is goed voor iedereen. Alleen overal duikt ie met zijn vrolijke hoofd op. Hij is niet uit de media te slaan en god mag weten waarom. Nou, eigenlijk weten we wel waarom. Televisiemensen zien in Dries de gemiddelde Nederlander. Daarom mag ie ook zijn mening over dingen geven. Zelfs jaren op radio1. Want oh oh oh, wat een leuke volkse man. Nou, ik heb geen hoge pet op van de Nederlandse bevolking, maar zo achterlijk als Dries zijn we echt niet.

Hij kondigde laatst zijn tweede boek over zijn leven aan. Dat is zonde van het papier. Want daar is geen hond in geïnteresseerd. Want wat lees je dan? Het totaal niet interessante leven van een b-artiest. Het enige dat Roelvink de wereld heeft gegeven zijn die zoontjes, Dave en Donny. Ook zij zijn BN’er zonder iets te kunnen. Qua achterlijkheid zijn het twee druppels water hun vader. Ook qua zangtalent trouwens, dat kunnen ze namelijk ook niet.

Dries Roelvink is een patatje zonder saus. Een ei zonder dooier. Een vinger zonder kootjes. Een wc zonder bril. Een tompouce zonder banketbakkersroom. Dries is nergens goed in. Behalve in Dries zijn. En dat zou verboden moeten worden.

Nog geen reacties